Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En dek hun ongerechtigheid niet toe; en hun zonde worde niet uitgedelgd [14]van voor Uw aangezicht, want zij hebben [15][U] getergd, [staande] tegenover de [16]bouwlieden. 14. Dat is, alzo, dat Gij daarop niet zoudt letten om die te straffen; gelijk Jer.28:23. 15. Hebreeuws, zij hebben getergd, of, tot toorn verwekt tegenover de bouwers. Anders, zij hebben de bouwlieden getergd, [staande] tegen [hen] over; te weten, als vijanden, die iemand als onder de ogen staan tergen. 16. Die op uw bevel en door uw genade zijn bouwende.